Add parallel Print Page Options

Het bezoek van Timotheüs aan Thessalonica

Ten slotte kon ik het niet langer uithouden. Het leek mij het beste om zelf alleen in Athene achter te blijven en onze broeder Timotheüs naar u toe te sturen. Hij is een medewerker van God in de verbreiding van het goede nieuws van Christus. Ik heb hem gevraagd u te versterken en te bemoedigen om te voorkomen dat deze moeilijkheden u van het geloof zouden afbrengen. Maar u weet natuurlijk wel dat zulke dingen een deel zijn van Gods plan met ons. Want toen wij nog bij u waren, hebben wij u van tevoren gewaarschuwd dat wij moeilijkheden zouden krijgen, en dat is uitgekomen. Toen ik dus de onzekerheid niet langer kon verdragen, stuurde ik Timotheüs naar u toe om te zien hoe het met uw geloof was. Want ik zou het vreselijk vinden als de verleider, de duivel, u had verleid en al ons werk voor niets zou zijn geweest.

Nu is Timotheüs net teruggekomen met het goede nieuws dat uw geloof en liefde niet verflauwd zijn. Hij vertelde ons ook dat u nog steeds met vreugde aan ons bezoek terugdenkt en even sterk naar ons verlangt als wij naar u. U zult wel begrijpen, broeders en zusters, wat een geruststelling uw geloof voor ons is, nu wij zoveel moeite en zorgen hebben. Wij kunnen alles verdragen, zolang wij maar weten dat u zich niet van uw trouw aan de Here laat afbrengen. Hoe kunnen wij God ooit genoeg voor u danken en voor de blijdschap die u ons in onze gebeden geeft? 10 Dag en nacht bidden wij vurig voor u en smeken wij God u weer te mogen zien om mee te werken aan de versterking van uw geloof. 11 Wat zou ik het fijn vinden als God, onze Vader, en onze Here Jezus ervoor zorgden dat wij bij u konden komen! 12 Het is onze grote wens dat de Here uw liefde voor elkaar en voor anderen zal laten groeien en overvloeien, net als onze liefde voor u.

13 Mijn gebed voor u is dat onze God en Vader uw geloof sterk zal maken, zodat u op de dag waarop de Here Jezus terugkomt met allen die bij Hem horen, sterk, zuiver en heilig zult zijn.

Het bezoek van Timoteüs aan Tessalonika (vervolg)

Uiteindelijk konden we het niet langer uithouden geen nieuws van jullie te krijgen. Daarom besloten we om Timoteüs naar jullie toe te sturen. Zelf zou ik in Athene achterblijven. Timoteüs is een dienaar van God. Hij is onze broeder en medewerker in het goede nieuws van Christus. Hij kwam jullie opbouwen en aanmoedigen in jullie geloof. Want alleen als jullie een sterk geloof hebben, zullen jullie overeind kunnen blijven in alle moeilijkheden. Toen ik bij jullie was, heb ik jullie al gewaarschuwd dat jullie het moeilijk zouden krijgen. Want moeilijkheden horen er nu eenmaal bij. En dat is ook gebeurd, zoals jullie weten. Dat was ook de reden dat ik het niet langer kon uithouden zonder nieuws van jullie. En daarom heb ik Timoteüs gestuurd om te gaan kijken hoe het met jullie geloof ging. Ik wilde weten of de duivel jullie misschien had overgehaald om het geloof los te laten. Dan zouden we voor niets zo hard voor jullie hebben gewerkt.

Timoteüs is inmiddels bij ons teruggekomen. Hij bracht ons goede berichten over jullie geloof en jullie liefde. Hij vertelde ook dat jullie vaak aan mij denken. Hij zei dat jullie er erg naar verlangen om mij weer te zien, net zoveel als ik ernaar verlang om júllie weer te zien. Jullie geloof heeft mij heel erg bemoedigd in al mijn moeilijkheden, broeders en zusters. Ik heb er weer moed door gekregen. Want nu weet ik dat jullie stevig vasthouden aan jullie geloof in de Heer. Daardoor heb ik weer rust. Ik ben zó blij over jullie! Ik kan God maar niet genoeg voor jullie danken! 10 En dag en nacht bidden we vurig dat we jullie weer zullen zien. Want dan zullen we in orde kunnen maken wat er nog aan jullie geloof ontbreekt.

11 Ik bid dat onze God en Vader en onze Heer Jezus ervoor zullen zorgen dat we weer naar jullie toe kunnen komen. 12 Ik bid ook dat de Heer jullie zal helpen om steeds meer van elkaar en van de andere mensen te houden.[a] Net zoals ik steeds meer van jullie ga houden. 13 Zo zal Hij jullie geloof steeds sterker maken. Uiteindelijk zullen jullie helemaal volmaakt zijn voor onze God en Vader, op de dag dat onze Heer Jezus terugkomt met alle mensen die bij Hem horen.

Footnotes

  1. 1 Thessalonicenzen 3:12 In 1 Korintiërs 13 is te lezen wat voor soort liefde Paulus bedoelt.